Het was me het weekje weer… Een Amerikaanse president die zijn privéoorlogje uitvecht met het Amerikaanse journaille en die toch zegt de vrije meningsuiting in zijn land hoog in het vaandel te voeren. Verder: uitgerekend deze week trok de gevreesde Nederlandse populist Wilders zijn verkiezingscampagne op gang. In Spijkenisse of all places. Rond de tijd dat u dit leest zitten de meeste weldenkende Nederlanders trouwens bibberend of handenwringend op de bank te hopen dat hun eigenste mister Intolerance het toch maar liever niet haalt tijdens hun nationale verkiezingen. Bij ons was het ook smullen. Vooral tijdens de tv-journaals toen bleek dat enkele van onze toonaangevende politici zich in alle bochten moesten wringen om uitleg te verschaffen over torenhoge bijverdiensten die ze al dan niet maandelijks op hun bankrekening zien verschijnen. Het ging hun allemaal een beetje snel, zodat zelfs de meest onwaarschijnlijke smoezen al vlug goed genoeg bevonden werden om alle eurotekens die nog in hun oogballen naschitterden, weer een aanvaardbaar kleurtje te geven… Verder was er nog het Aalsters carnaval en inmiddels razen ook de wielerpelotons weer door de Vlaamse Ardennen. Neen, vervelen deden we ons niet. Toen ook nog bleek dat er vooral in Gent een Vlaamse graai, tevens oppositieleider, aan vervanging toe was, kwam er na een dolle stoelendans nog een verrassend presentje uit de bus. Zuhal.
Zuhal Demir. Een knappe verschijning van zesendertig die vanaf eind februari de functie van staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, Grootstedenbeleid en Wetenschapsbeleid op de tengere schouders gelegd kreeg. Ergens was ik onmiddellijk gecharmeerd door deze dame. Een aantal allochtone gemeenschappen in dit land toeteren al jaren dat onze maatschappij met de maand racistischer wordt. Dat inwijkelingen niet de nodige kansen krijgen om het in ons land echt te maken. Blijkt dat in het woekerende ‘wij-en-zij’-gevoel dat onze maatschappij inderdaad dagdagelijks bedreigt, zij er nu het levend voorbeeld van is dat iemand die de kansen die hem of haar geboden worden ook daadwerkelijk aangrijpt, daarvoor beloond kan worden. Toch? Ook al jaren roept de politiek dat er in onze immer multicultureler wordende maatschappij net daarmee ‘iets moet gedaan worden’. Wel, het is nu zover: een Limburgse dame uit een mijnwerkersgezin schopt het tot staatssecretaris. Met een opdracht die haar op het lijf geschreven lijkt. Ik vind dat we daar dus blij mee mogen zijn.
Bovendien bleef Zuhal Demir na haar aanstelling haar eigenste zelf. Ogenschijnlijk heeft ze lak aan het protocol dat haar nieuwe functie met zich meebrengt, begroet ze haar nieuwe collega’s in de regering met de nodige flair en vrolijkheid en ook schrok ze er niet voor terug bij de eedaflegging bij de koning de rode mijnwerkerssjaal van haar vader rond de linkerpols te dragen. Een sterk statement, ongetwijfeld, ook voor alle allochtonen in ons land.
Ondanks het feit dat ze een pak kleurrijker en communicatiever oogt dan haar eerder bleke voorgangster, zal ze het de komende weken en maanden moeilijk krijgen. Demir schuwt immers de controverse niet. Binnen haar partij wordt zij wel eens – naar de betekenis van haar familienaam, zei ze trots – de iron lady genoemd. Iemand die onwrikbaar is en halsstarrig voor haar mening uitkomt. Soms met een brutaal mondje, inderdaad, ook al botst haar opinie wel eens met die van de goegemeente. Met bijvoorbeeld de erg persoonlijke opvattingen en harde uitspraken over werkloosheid, moslims en de Turkse president, onlangs nog. Ze zal er weer aan moeten wennen, wellicht, hoe het voelt af en toe ‘de deur in je gezicht te krijgen’. Ogenschijnlijk lijkt ze daartegen gewapend. We kijken vanaf de zijlijn alvast belangstellend toe.