Was ik blij dat de zomer eindelijk weer voorbij was! De sportzomer bedoel ik dan, met onze van optimistische vooruitzichten overlopende Belgische olympische ploeg die beladen met eremetaal in Brussel-Zuid door een waanzinnig enthousiaste menigte werd verwelkomd. Zoiets hadden we gehoopt, maar nee dus. In de oudheid gaven de Grieken een laurierkrans aan hun olympische kampioenen, meer niet. Voor de tweede en derde in de competities was er toen niets: zij hadden simpelweg in het zand gebeten en waren de risee van het publiek tot er zich een kans op revanche aanbood. Welnu, wij kwamen dit jaar dus terug zonder laurier, en al evenmin met boerenjasmijn of slingerpetunia’s. We bleven met andere woorden ferm op onze honger zitten, maar iedereen was uiteindelijk zeer tevreden, want vlaggendraagster Tia en ook Jonathan, Kevin, Hans, Lionel, Charline en Evy keerden gezond en wel terug naar het vaderland… Ook tot de sportzomer hoorde de Britse robot Bradley Wiggins die drie weken lang als een duracellkonijn met geelzucht door de Franse bergen en dalen raasde (en die er nadien in zijn homecountry nog een laurierkrans in het tijdrijden bovenop gooide). Waar en wanneer hebben we dat nog gehoord? Was er niet ooit een Américain preparé die hem zeven keer ditzelfde kunststukje voordeed? Toch? Maar die speelt momenteel al zijn zegemomenten op de Champs Elysées kwijt, omdat hij gedoped was, toentertijd. Alsof wij, flandriens, inmiddels nog geloven dat je zelfs maar een kermiskoers kunt winnen op een bordje spaghetti ‘s morgens en een bloederige biefstuk in je koersbroek… Waar is die tijd gebleven, Briek? Briek?
Waar ik echter nog het meest verheugd om kon wezen was dat na de sportzomer de zomer pas echt begon. Gedaan met de plensbuien die het platteland hoe langer hoe meer naar beschimmelde kaas deden ruiken, gedaan met de vogeltjes die vertwijfeld schuilend onder een kastanjeblad hun kopjes bibberend in de veren staken, gedaan met de koeien die mistroostig tot aan hun schenkels in de modder stonden. Plotsklaps werd het zo heet dat de vogels letterlijk uit de bomen vielen en ’s morgens al las ik in een kranteninterview dat ik tot mij nam bij het ontbijt in de schaduw van mijn abrikozenboom, dat Guy Verhofstadt al na twee dagen badend in het zweet moest toegeven dat hij niet goed tegen de warmte kan. Komkommertijd, maar ik vroeg me daarbij koffie slurpend toch af waarom hij dan uitgerekend een villa bewoont in Toscane en niet in Noorwegen of IJsland. Maar ja, wie ben ik?
Enfin, het werd zo heel erg ouderwets zomer dat we alle weerellende van de voorbije weken met vergevingsgezindheid naast ons neerlegden en ons konden concentreren op het echte werk van dit seizoen: de zomerfestivals die hun naam nu niet meer zouden gestolen hebben. En we hebben er nogal wat in Vlaanderenland. Een grabbeltje uit de snoepjespot van vertier van jongeren en (sommige) ouderen: van Rock Werchter, Cactusfestival en Antilliaanse feesten over Blues Peer en Suikerrock naar het onvermijdelijke Pukkelpop, waar het dit jaar zeker niet meer mocht spoken, wat gelukkig ook niet gebeurde. Opvallend is de toenemende mediatisering van al deze zomerrockfestivaltoestanden op radio en tv die er wellicht voor moet zorgen dat er op onze festivals jaarlijks enkele records sneuvelen wat de bezoekersaantallen betreft. Zo deed dit jaar StuBru een opvallende duit in het zakje door uit te pakken met Tune Your Summer, een reeks filmpjes die de goegemeente van de nodige excuses moet voorzien om langer (en vooral intenser, zo moge blijken) van al het fraais te genieten op onze zomerfestivals. Op de nationale zender waren ze in primetime prominent aanwezig: Sebastien van de boekhouding, die zijn baas belt en hem vertelt dat hij nog erg hees is (van het schreeuwen op de festivalwei), nog altijd last heeft van zijn uitslag op de rug (een pas gezette tatoo), iets wat heel besmettelijk is (vriend Nico kan ook niet komen werken) en dat zij dus nog minstens een week afwezig zullen blijven en dat – spijtig genoeg – Arnout nu zal moeten opdraaien voor al het werk. Of, zo mogelijk nog leuker, Bieke die nog slapend in een tent met haar vier festivalvriendjes gebeld wordt door haar ‘schattie’ en hem geruststellend vertelt dat alles in orde is, dat ze al iets kleins zijn gaan eten (een berenlul, zoals een hamburgerworst nu in de volksmond heet), dat ze de streek zijn gaan verkennen (met drie vriendinnen in een boodschappenkarretje over de festivalwei racend) en dat er prachtige heuvels te bewonderen zijn (bikinibabes in volle actie)…
Ofschoon ik het erg grappige filmpjes vind (indien u ze gemist heeft kunt u - als u snel bent - ze nog even bekijken op de website van de zender), vraag ik me toch af of ons totaal gemis aan betekenisvolle exploten tijdens deze sportzomer 2012 ook terug te brengen is tot ons volgens StuBru blijkbaar legendarisch talent om excuses, uitvluchten en halve waarheden aan elkaar te rijgen. Zouden Tia, Hans, Jonathan en co. dat op stage ook doen, zo’n telefoontje? ‘Ja, trainer, alles is in orde hier. Gisteren nog wat gepowered in het krachthonk met de jongens van de estafetteploeg en ik voel dat het écht afdoet. Mijn snelheid is enorm toegenomen. Alleen heb ik wat last van zonnebrand, want we trainen hier bij tropische temperaturen. En mijn rug doet een beetje pijn nog en mijn elleboog is ook wat ontstoken, maar de dokter zegt dat het allemaal wel in orde komt tegen de spelen. Maar nu gaan we even een avondwandelingetje maken…’ U mag nu zelf verzinnen wat er dan echt bedoeld wordt.