Vergane glorie

15-10-2014 17:17

Onlangs viel ons een mooie uitnodiging in de brievenbus. Aankondiging van de voorstelling van een nieuw boek. Dat we van harte welkom waren in het cultuurcentrum van Aarschot, waar het nieuwe boek boven de doopvont zou gehouden worden. Door Phara De Aguirre en de schrijfster zelf. ‘Veel lieve groeten. Els.’ Het werd inderdaad een prachtvoorstelling, daar in Aarschot. Een volle zaal: vierhonderd aanwezigen. Stemmig salonnetje op de bühne, voor de schrijfster en haar vragenstelster. Opvallend: Phara die in interviews voor televisie wel eens tekeergaat als een duivelin in een wijwatervat, nam nu de tijd om vooral te luisteren. Dat hoort ook zo voor een goed interview. Leuke muzikale omlijsting ook… Geprojecteerde sfeerbeelden tijdens het gesprek. Gratis drankje na afloop, op kosten van de uitgeverij, die zich geen betere publiciteit voor het nieuw verschenen boek kon voorstellen. Kortom, een mooie nazomerse literaire avond.

En dan was er het boek zelf. Daar werd behoorlijk geheimzinnig over gedaan. Om het leesplezier niet al bij voorbaat de kop in te drukken, heette het. Wel vernamen we dat het hoofdpersonage Juliette heette. Dat er ook een ‘mislukte coureur’ met de naam Wilfried in voorkwam. Dat het boek een speciale band met de muziek van de jaren vijftig en zestig had. ‘Moon River’ en ‘Fly me to the Moon’. Godbetert. Dat het een ‘echt Vlaams’ boek was ook. (Wat is dat overigens, een ‘echt’ Vlaams boek?) En dat de schrijfster er zes jaar aan gewroet had. De lange rijen tijdens de signeersessie op het einde van de avond bewezen dat de curiositeit bij velen wel degelijk gewekt was. Maar iets essentieels kregen we niet te horen. Ik heb het boek die avond ook gekocht, want als men mij ook maar met een klein, minuscuul, literair virusje in contact brengt, ben ik in geen tijd dodelijk besmet.

Toch bekroop ons tijdens het autoritje terug naar huis die avond een vreemd gevoel. Er worden nogal wat boeken gepubliceerd in deze tijd. Op papier. Elektronisch ook (jullie hebben toch ook al een e-reader?). Het blijft blijkbaar een lucratieve business. Maar hoeveel van die boeken overleven hun schrijver? Als tijddoder tijdens de autorit stelden we elkaar de vraag welke Vlaamse romans uit de voorbije eeuw we écht voor het nageslacht zouden bewaren. Welke romans verdienen het om in een tijdscapsule naar de volgende eeuwen geschoten te worden? Het hele oeuvre van Elsschot, poneerde ik. Dat is weliswaar slechts zevenhonderd pagina’s lang, maar je vindt er met ‘Het Dwaallicht’, ‘Kaas’, ‘Villa des Roses’ en ‘Lijmen/Het Been’ echte pareltjes in terug… Enkele romans van Louis Paul Boon ook. ‘De Kapellekensbaan’ zeker, maar ook ‘De Voorstad groeit’ en ‘Mijn kleine oorlog’ bijvoorbeeld. ‘En Hugo Claus?’ suggereerde mijn vrouw. Die ook. Met ‘De Metsiers’ en ‘Het verdriet van België’. En toen… toen werd het een hele poos stil in onze auto. ‘Enkele stukjes Buysse misschien? Of iets van Walschap?’ probeerde ik nog. Ja, ook ‘Houtekiet’ en ‘De familie Roothooft’ kregen nog respijt. Maar – zo vroegen we ons af – waar waren al die anderen? De Ruyslincks, de Vandeloos, Daisnes, Lampo’s en andere De Pillecijns? Verdwenen in de duistere plooien van literaire geschiedenis? Soms zie ik nog wel eens flarden van hun werk op de boekenplanken van De Slegte wanneer ik op zoek ben naar een curiosum dat de reguliere boekenwinkel niet meer in de rekken heeft. Treurige herinnering aan vergane glorie. ‘Opvallend,’ vond mijn vrouw, ‘dat je je van al die romans die wél overeind blijven ook het hoofdpersonage herinnert’. Inderdaad, Elsschot, dat is Frans Laarmans en Boorman. Ook Ondineke en Adelaïde, Ana en Bennie Metsiers, Jan Houtekiet en Louis Seynaeve… we kennen ze nog. Ik vermoed dat dat alles met de inleving te maken heeft die je ervaart als zo’n roman je echt aangrijpt. De empathie met het leed, het geluk, het noodlot, het onvoorspelbare… dat deze personages in hun roman overkwam, zorgt er ook voor dat ook hun naam in je geheugen gegrift blijft.

Ach, misschien is ook heel die literaire vergankelijkheid doodnormaal. Niets is voor eeuwig in deze wereld, al dacht Horatius daar duidelijk anders over toen hij, doelend op zijn eigen gedichten, schreef: ‘Exegi monumentum aere perennius’ (of: een gedenkteken, duurzamer dan brons, heb ik voor mezelf opgericht). Laat ik dan maar even hopen dat Juliette uit ‘Eén mens is genoeg’ van Els Beerten een heel lang leven beschoren is…

Contact

Joost mag het weten

bob.joosten@skynet.be

Doorzoek de website

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode