Unanimisme

04-09-2013 13:55


Ik zit weer in de collegezaal in Leuven op een mooie lenteochtend in mei zo'n veertig jaar geleden. Professor Janssens legt uit wat unanimisme is en past het begrip toe op de poëzie van Paul Van Ostayen. Janssens is zeker niet mijn meest geliefde prof. Paul Van Ostayen is zeker wél een van mijn geliefde dichters. Unanimisme dus. Una anima. Één ziel. Het feit dat een groep zich anders gedraagt dan de individuele leden van die groep. Of: iedere groep heeft een ziel die uniek is en anders dan de optelsom van de zielen van de individuen die er deel van uitmaken. Hij past het nieuwe begrip toe op de dichtbundel 'Bezette Stad' waarin de gruwel van de grote oorlog typografisch gestalte kreeg: gebroken woorden, kapotte zinnen, sloganeske verzen, ogenschijnlijk betekenisloos. Naast me hoor ik een studiegenoot diep en gemeend zuchten. Waar haalt hij het toch?

Even een sprongetje in de tijd. Vorig jaar op 15 augustus zat ik met mijn broer en ons beider zonen in een afgeladen vol Koning Boudewijnstadion. De Rode Duivels speelden een oefenwedstrijd tegen Nederland. Omdat mijn broer en zijn zoon al jarenlang in Utrecht verblijven, leek me dit een leuk idee voor een gezamenlijk uitstapje in de lage landen. Dus vlug kaartjes gereserveerd. Dat kon alleen via een Duivelssupportersclub en wij dus met de bus mee naar Brussel. Op die bus vielen we al danig uit de toon, want het hele gezelschap - behalve wij - droeg de gekende rode shirts, inclusief rugnummer en naam van één van de Belgische sterren. Vincent Kompany leek alom aanwezig. Dat euvel werd snel verholpen: we kregen een Jupilershirtje (gratis bij twee bakken bier, maar mét Brazilië 2014 op de rug) en hoorden er nu echt bij. De stamkleuren waren gered. Verder werd er vooral veel gedronken op de bus, iets wat we ook niet gewoon zijn. We voelden ons even in dat bekende dorpje van Obelix en Asterix waar de dappere en gezellige Gallische stamgenoten zich ook vol toverdrank gieten voor ze zich opmaken voor hun obligate gevecht met de Romeinen. In het stadion maakten we kennis met nog zo'n veertigduizend krijgers die maar één ding wilden: de scalp van de vijand, in dit geval de 'Ollanders. Ruim voor het begin van de match werd dat
gevoel duidelijk en luidruchtig geventileerd. Toen de ploegen op het veld kwamen, steeg het geluidsniveau in het stadion pas echt tot tyfoonkracht. En toen de nationale volksliederen gespeeld worden, werd het Wilhelmus volledig overstemd door boegeroep en gefluit. Mijn neefje met zijn volledig Nederlandse roots keek er vreemd van op. En ook wij, broederlijke vaders vonden het volledig opgepast. Niet enkel omdat we het Wilhelmus met voorsprong de mooiste nationale hymne vinden (en dat niet alleen in vergelijking met de Brabançonne), maar ook omdat je enig respect mag betonen voor de tegenstander. Toch? Hoe het afgelopen is, weten we. De Duivels wonnen en blijven winnen en telkens werden in Brussel ook de nationale volksliederen van Kroatië, Schotland, Macedonië en onlangs nog Frankrijk hartstochtelijk uitgefloten. Beschamend. Nu ook in de ogen van de spelers en hun coach, die ook vinden dat hun supporters er nu mee mogen ophouden. Maar of dat zal gebeuren?
Wat bezielt ons trouwens dat we al bij een simpele voetbalwedstrijd - al dan niet met inzet - de tegenstander moeten kleineren vooraleer we aan het echte werk beginnen? Een ex-coryfee van de Duivels die nu als analist een boterham bijverdient, meende na België-Frankrijk dat er in het veertigduizendkoppige publiek maar tienduizend echte voetbalkenners zitten. De rest zou komen voor de kick. Om erbij te zijn, te roepen en te schreeuwen. In hun argeloosheid zouden ze zich hypernationalistisch gedragen en daar hoort de vernedering van de tegenstander bij. Zei hij. Nou moe!
Ikzelf moest bij dit alles terugdenken aan het unanimisme van Janssens. Eens in groep kun je de vreemdste dingen verwachten van de medemens. De geschiedenis toonde en toont er ons legio voorbeelden van. Denk óók aan Irak. Aan Syrië. Aan Egypte. Ondertussen hebben we ook Pukkelpop weer achter de kiezen, ook een massa-event. Het grootste gedeelte van de aanwezigen daar zit inmiddels alweer op de schoolbanken, het toegangsbandje als tribal trophy fier nog rond de pols. Ik herinner me van achter mijn televisietoestel vooral de weiden als wiegende zeeën vol enigszins verdwaasde (?) jongeren. Ook daar dezelfde ingrediënten: extravagante outfits, veel drank, drugs ook misschien, veel lawaai, meezingen, openlijk je goed- of afkeuring tonen. Een jonge bezoekster verklaart voor tv dat zij het leuk vindt dat je na twee dagen zelfs hetzelfde ruikt als je festivalgenoten. Massahysterie. Unanimisme dus.

Contact

Joost mag het weten

bob.joosten@skynet.be

Doorzoek de website

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode