Taalpijn

21-02-2015 11:46

Dat Desiderius Erasmus, de bekende humanist, ondanks zijn eerder zwakke gezondheid tijdens zijn leven zowat heel Europa bereisde, is een bekend feit. Na 1501 en tot zijn dood in 1536 verbleef hij geen moment meer in zijn geboorteland, naar eigen zeggen omdat hij weinig op had met de Hollandse volksaard. Dus verbleef en reisde hij veelvuldig in Vlaanderen, Engeland, Duitsland, Italië en Zwitserland. Erasmus wist dus waarover hij sprak toen hij – wellicht als boutade –  beweerde dat als je een Vlaming in een zak stopt en hem meevoert op je reizen, hij bij aankomst minstens drie nieuwe talen spreekt. De Vlaming als talenwonder dus. Het werd tot voor kort nog geloofd.

De jongste jaren is talenkennis echter niet meer sexy, zo blijkt.  Als je kijkt hoe enkele pseudo-bv’s in den vreemde met de daar gesproken landstaal omspringen, bekruipt me soms het gevoel dat ik naar een nieuwe soort comedy kijk. Nochtans is het de deelnemers aan ‘Beste vrienden’ (TV Eén) bittere ernst als ik een van hen op een zonovergoten mediterraans pleintje aan een oudere man in pak die net zijn hondje uitlaat, hoor vragen: ‘Donde torre Moon? Moon tower?’ en dan met een mooi rond gebaar: ‘Moon? Moon?’ De man wijst hoog in de azuurblauwe lucht en antwoordt: ‘Seis y media. Half past six?’ Gelachen. Eerder ook al met – God vergeve me – minister Hilde Crevits, die het in Texas ooit had over het ‘white hemd and red tie’ van haar collega Kris Peeters. 

Ook de publieke beheersing van onze moedertaal gaat langzaam de berg af. Op tv en radio woekeren verkavelingsvlaams en poldernederlands tot mijn ergernis vrolijk verder. En als je even rondkijkt wat er zoal in kranten verschijnt en wat je leest als je gewoon door een drukke Vlaamse winkelstraat loopt... Onlangs viel er een pak sneeuw in Genk en daarom besloten de scheidsrechters de aldaar geplande voetbalwedstrijd maar ‘af te lassen’. Dixit mijn krant. Verder nog, ditmaal gekopt: ‘Beijing zet rem op nieuwe auto’s’.  En: ‘Regering snijdt in aantal ambtenaren.’ En wat verkoopt de pizzaboer op de hoek van mijn straat ? Een calzone met ‘artishokken, verse tomaten en knof’, toch? Daar word je onmiddellijk een pak vrolijker van. Ik mag ze wel, dergelijke onbedoeld grappige uitschuivers. Ze bewijzen immers dat onze taal leeft en dat taalgebruikers fouten (kunnen en mogen) maken. Niks mis mee.

Waar ik me echter wel steeds meer aan stoot, is dat het taalgebruik op een tenenkrommende manier verwaarloosd wordt in situaties waar het juist zou moeten zijn. Soms krijg ik quasi-onbegrijpelijk ambtelijk drukwerk toegestuurd waar een kat haar jongen niet meer in terugvindt. Lees de voorwaarden in een reisverzekeringspolis er maar eens op na. Je durft gegarandeerd de deur niet meer uit. Ook in ons onderwijs hoort het taalgebruik correct te zijn. Onlangs kreeg ik de vraag of ik mijn licht eens wilde laten schijnen over een scriptie die de dochter van een goede kennis voor haar studie had geschreven. Het zou alleen maar gaan over punten en komma’s, want inhoudelijk klopte alles wel, daar was ze zeker van. Dat laatste bleek een behoorlijke prognose. Alleen bevatte het werkstuk ook een echte museumcollectie van aanslagen die je op de meest elementaire formuleringsregels in het Nederlands kunt plegen. De nakijkklus die ik op een uurtje had moeten klaren, kostte me dus twee dagen. Opvallend was na afloop ook dat een en ander van mijn goedbedoelde raadgevingen niet begrepen werd. Het stond er toch voordien allemaal ook al? ‘Zo’n beetje,’ probeerde ik. Vergeefs. En de cursus van de prof was qua taalniveau niet veel beter, hoor. Als je je aan taalslordigheid stoort, word je al vlug voor frikkig en schoolmeesterachtig aangezien. Een beetje pessimistisch bedenk ik dan dat ons taalonderricht in de secundaire scholen alleen nog ontaarde kinderen kent. Want aan de universiteiten en hogescholen moet je het met het daar verworven taalniveau maar zien te redden.  

Zoals ik al zei: correcte taalbeheersing is niet meer sexy. Correct spreken, schriftelijk  juist formuleren, er een erezaak van maken dat een tekst eenduidig (en dus duidelijk) is voor een zo groot mogelijk publiek… het zijn vergane vaardigheden aan het worden. Taalpijn in mijn hart. Misschien moest iemand nog maar eens een ‘Lof der Zotheid’ schrijven?

Contact

Joost mag het weten

bob.joosten@skynet.be

Doorzoek de website

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode