Sombrero

07-04-2017 11:40

Het is heet in Mexico-City. Eenendertig graden. Binnen in de vertrekhal van de luchthaven Benito Juarez is het gelukkig koeler. Het is er wel druk en lawaaierig: een continu op- en aanlopen van toeristen in de felle kleuren die het hele land zo kenmerken. Drukke businesslui in maatpak ook met het obligate kleine trolleytje op weg naar weer een meeting in een andere stad. Families met jengelende kinderen en heel veel bagage.  Als Trump muren bouwt, vliegen zij erover. Klaar. Aan gate F07 die toegang geeft tot vlucht KL0687 naar Schiphol is het rustiger. Opvallend hoe er bij langere vliegreizen toch altijd een ingetogener stemming ontstaat als het uur van opstijgen nadert en de gates opengaan. De lange kronkelende slang passagiers, ieder met hun paspoort en instapkaart in de hand, heeft zich net gevormd en maakt zich klaar om naar de controledesk te schuifelen. Plots komt er een jongeman aangestoven: rood poloshirt met korte mouwen, afgewassen blue jeans, witte sportschoenen, kleine zwartlederen reistas achteloos over de schouder. En met een immense sombrero op het hoofd. Wit met aan de randen de felle rode, gele, groene en blauwe kleuren van de poncho die hij wellicht in zijn reistas heeft opgeborgen. Hij heeft zich duidelijk moeten haasten om zijn vlucht nog te halen, heeft de lange weg naar gate F07 lopend afgelegd en heeft daarbij net niet een groepje Amerikanen omvergelopen. ‘Bloody tourist!’, scholden ze, maar dat deerde hem niet.  In deze outfit wekt hij uiteraard ook enige opschudding bij de rij wachtenden, ofschoon iedereen die ooit zo’n sombrero heeft gezien, ook wel weet dat de enige manier om hem te transporteren erin bestaat hem op je hoofd zetten. Wellicht is dit kleinood een souvenir aan zijn bezoek aan Teotihuacán, de stad met de zonne- en maanpiramide van de Azteken. De jongeman ploft – nahijgend nog – zijn tas op de grond, schuift de sombrero wat meer naar achteren op zijn hoofd en begint een koortsachtige zoektocht naar zijn instapkaart en paspoort. Een Mexicaanse dame, honderd percent Latina, uitgedost in een bontgekleurde jurk, maar toch voorzien op slechter weer in de stad van haar eindbestemming gezien het dunne regenjasje dat achteloos over haar reistas ligt, kijkt hem geamuseerd aan. Hun blikken ontmoeten elkaar en de vrouw zegt: ‘Nice hat!’.  De jongeman antwoordt met zijn breedste glimlach: ‘Isn’t it?’ en een ogenblik later – enige zelfironie is hem duidelijk niet vreemd – ‘Soy un verdadero mariachi, ¿no piensa?’ en hij maakt daarbij enkele luchtgitaargebaren die onderstrepen wat hij bedoelt. Nu blijkt dat hij Spaans spreekt, ontwikkelt zich enkele minuten lang een mitrailleurgesprek in die taal, gekruid met enkele wederzijdse lachsalvo’s, waarvan de uitkomst uiteindelijk is dat hij te weten komt dat hij, omdat hij business vliegt, in de andere, veel kortere en vroeger boardende rij mag plaatsnemen. Waar hij door een deftig, ouder en wellicht Hollands echtpaar met enige meewarigheid wordt bekeken.

Het is koud in Amsterdam. Twaalf graden maar. In de aankomsthal van Schiphol is het gelukkig wat warmer. Het is er wel druk en lawaaierig, want de vlucht uit Mexico-City is een kwartiertje eerder geland. Een lange rij toeristen schuifelt naar de paspoortcontrole. Drukke businesslui ook in een wat verfomfaaid maatpak en met het obligate kleine trolleytje, op weg naar weer een nieuwe meeting. De jongeman neemt de sombrero van zijn hoofd als hij de beambte in het glazen hokje zijn paspoort ter controle afgeeft. De ambtenaar van de Koninklijke Marechaussee bekijkt eerst zijn foto, monstert de jongeman van kop tot teen en zegt: ‘U bent Belg, komt uit Mexico en vliegt verder naar Brussel’. ‘Beter had u het niet kunnen samenvatten,’ antwoordt de jongeman met een brede glimlach. De ambtenaar doet vermoeid teken met zijn hand. ‘Next one, please’. Beiden zijn ze nog niet thuis.

Het is dit jaar vroeg lente in onze tuin. Zo’n twintig graden al. Op het terras hebben we net koffie gedronken: mijn vrouw, mijn jongste zoon en ikzelf. Mijn jongste zoon is de reisduif van onze familie. Voor zijn werk vliegt hij de hele wereld rond, maar breit telkens een toeristisch vervolgstukje aan zijn professionele bezigheden in het buitenland. Ooit werd hem inderdaad uitgelegd wat het betekent als je zegt dat we reizen om te leren. Met heel veel plezier, maar ook met veel melancholie om onze vervlogen dagen, maanden en jaren, hebben mijn vrouw en ikzelf net een uurtje geluisterd naar zijn belevenissen tijdens zijn meest recente businesstrip.

Contact

Joost mag het weten

bob.joosten@skynet.be

Doorzoek de website

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode