Parate kennis

02-02-2013 13:44


Hoe heette de vader van Hannibal Barkas, de fameuze Carthaagse generaal die in zijn strijd met de Romeinen met een kolonne olifanten door de Alpen trok? Je krijgt een extra punt als je ook de naam van zijn zwager kent die net voor hem legeraanvoerder was van de Carthagers en het Ebro-verdrag ondertekende. Noem de vijf beroemde tragedies van William Shakespeare in chronologische volgorde en vertel de korte inhoud van een van deze  tragedies. Noem tien Vlaamse gemeenten die op de taalgrens liggen. In welk jaar werd Thomas Becket laffelijk vermoord op de trappen van Canterbury Cathedral (als je de maand en de dag ook kunt opnoemen, verdien je twee extra punten)? Noem drie pausen die zich volgens Dante Allighieri in het Inferno bevinden. Hoe luidt de oorspronkelijke titel van Dantes werk waarvan Inferno een deel is en in welk jaar werd het geschreven? Wijs op een kaartje aan in welke delen van de wereld een oeral-altaïsche taal gesproken wordt? Leg de verschillen uit tussen Dorische, Ionische en Korintische zuilen. Wie vond de fonograaf uit en tussen welke steden reed wanneer de eerste stoomtrein in Europa? Je krijgt weer een puntje extra als je de uitvinder van de stoomtrein ook bij name kunt noemen...

Al deze dingen weet ik of heb ik ooit geweten. Ik zal maar onmiddellijk bekennen dat ik de meeste van deze dingen ooit geweten héb. Met mijn kennis heb ik echter de leraren van vroeger en de professoren onder wier hoede ik een diploma verwierf tevreden gesteld. En af en toe levert een antwoord op een dergelijke vraag een extra punt, inclusief high five, op in mijn ploegje tijdens de jaarlijkse schoolquiz. Maar de vraag blijft: ben je een degelijker, een vollediger mens als je zulke dingen weet of als je ook – godbetert – Wilfried Martens of de huidige minister van onderwijs op een paginagrote foto herkent? Persoonlijk vind ik van niet, maar enkele onderzoekers van de UHasselt denken daar blijkbaar anders over. Zij deden de voorbije maanden een grootschalig onderzoek naar de parate kennis (wie bepaalt trouwens wat dat is?) van jongeren die een lerarenopleiding volgen aan een van onze hogescholen en universiteiten. De resultaten waren volgens hen ver-bijs-te-rend! Ze werden breed uitgesmeerd over de Vlaamse krantenpagina's en er met nog meer ijver becommentarieerd. Schande, o schande als je de Atlantische Oceaan niet terugvond op een wereldkaart of als de naam van de huidige president van de Europese Raad je niet wilde te binnen schieten. Kortom, gaan we binnenkort onze kinderen toevertrouwen aan dergelijke oenen?
Is het echter wel koosjer dat we een hele generatie jongeren die in het onderwijs hun ideaal zien met één klap achter de oren afmaken? Zou het ook niet zo zijn dat er voor elk foutief antwoord op de quizvragen (excusez le mot!) van de onderzoekers ook een competente visie op een actueel probleem in de betreffende hersenpannen aanwezig was waar evenwel niks over gevraagd werd? En wat zeggen de resultaten van het onderzoek over de efficiëntie van de opleidingsmethodes en lesvormen in het hoger onderwijs waarmee jonge leerkrachten vandaag de dag geconfronteerd worden? Ligt het falen misschien ook (een heel klein beetje maar, heren onderzoekers) daar? En ja, natuurlijk... het stoort ook mij als de zaken die ik weet en waarvan ik bijna vanzelfsprekend verwacht dat iedereen ze weet, vaak door – inderdaad – jongeren verhaspeld, fout gesitueerd, onvolledig en stuntelig gedebiteerd worden. Maar jongeren zijn net jong, omdat ze nog in een leerproces zitten. Omdat ze nog niet genoeg ervaring hebben opgedaan. En omdat ze naïef genoeg zijn om toe te geven dat ze iets niet (helemaal correct) weten. Gelukkig hebben ze ook nog heel wat tijd om heel veel te leren en om te groeien in hun vak, zoals wij  –  zeker met meer tolerantie dan nu –  ook konden rekenen op het geduld van onze oudere 'vakbroeders' toen wij onze ervaring aan het opbouwen waren. Bovendien, zou het voor de representativiteit van een onderzoek als dat van de UHasselt niet beter zijn als het ook eens gedaan werd in andere leeftijds- of beroepsgroepen? Ik durf nu al toegeven dat ik er zelf toch een beetje beducht voor zou zijn als ik mezelf aan het lijstje vragen over onze zg. broodnoodzakelijke parate kennis zou moeten onderwerpen.
Het komt dus wel goed, denk ik, met deze generatie leerkrachten in de dop. Wat die jonge generatie nieuwe leerkrachten vooral nodig heeft is vertrouwen en geduld. Vertrouwen in eigen kunnen en kennen. Vertrouwen ook van de maatschappij die hun de kans geeft een van de mooiste beroepen uit te oefenen die er zijn. En geduld als iemand van hun mentoren (de onderzoekers?) hen ervan overtuigd heeft dat geen enkel vak voor de volle honderd procent kan aangeleerd worden en dat ze - net als wij - dus levenslang zullen moeten leren. 

Contact

Joost mag het weten

bob.joosten@skynet.be

Doorzoek de website

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode