Mulder

13-07-2014 18:27

 

In Salamanca heb ik Jesus ontmoet. Sinds ik in een bui van ijver – en ook als alzheimer-antidotum – enkele jaren geleden begonnen ben met me de Spaanse taal eigen te maken, laat ik op vakantie geen kans ongebruikt om met zoveel mogelijk inlanders te praten als ik in Spanje ben. Dus ook met Jesus die me met de taxi naar de Plaza Mayor brengt. Hoe de Spanjaarden aankijken tegen hun eerste wedstrijd op het WK voetbal in Brazilië die avond? Een heruitgave van de finale van vier jaar vroeger, toch? Zijn antwoord verbaast me. De meeste mensen (de echte aficionado’s uitgezonderd, maar die zitten allemaal in Brazilië) zouden het niet erg vinden als la Roja na de voorronde al weer terugkeerde naar het moederland. Blijkt dat de spelers bij het bereiken van de halve finales één miljoen euro zullen opstrijken. Dat vinden de meesten hier erg overdreven. Zeker omdat zijzelf aan den lijve ondervinden dat het land in een behoorlijk veeleisende crisis verkeert. Het enthousiasme is dus niet zo groot als je als buitenlander zou denken, zegt hij. En inderdaad: op de Plaza Mayor, voor mij het mooiste plein van Europa en het kloppend hart van de stad, twee schamele Spaanse vlaggetjes. Meer niet. Diezelfde avond blijkt dat Jesus en vele anderen hun zin krijgen. Nederland verplettert ‘de rooien’ met 5-1. In het hotel zie ik alleen het laatste halfuur van de wedstrijd en de obligate interviews post factum en constateer dat de meeste Spaanse aanwezigen er heel gelaten bij blijven: geen spoor van wanhoop, geen oeverloze ontgoocheling, geen theatrale uitingen van onmacht ook… Hetzelfde scenario enkele dagen later als Chili het mes nog eens in de wonde ronddraait en la Roja met 2-0 terug naar Europa stuurt. Aan een tafeltje wordt er bij het tweede Chileense doelpunt zelfs gejuicht en geklonken…

Wat een contrast met de Duivelsgekte in België. Als ik weer thuiskom, merk ik dat er in mijn straatje vijf tricolores uithangen. En er staan ook drie auto’s geparkeerd met Belgische oortjes. In de rest van de stad is het niet anders. Een dag later kijk ik hoe de Rode Duivels zich voorbij Rusland krasselen en zich plaatsen zich voor de volgende ronde. In mijn tuintje, dat er ’s avonds altijd zo vredig bijligt, hoor ik nadien de luidtoeterende auto’s die nog twee uur na de wedstrijd door de aanpalende straten rijden… Op Sporza op Canvas is het tot laat in de avond feest. De wedstrijd wordt van vakkundig commentaar voorzien door liefst vier analisten. Allen weten ze wel dat de wedstrijd echt niet goed was – ‘het resultaat is het belangrijkste in deze fase van het WK’ – maar ze hebben de gloed van de overwinning nog in de ogen. En dan ontdek ik hem. Jan Mulder. Uit Nieuwolda. Inmiddels al 69, maar in een ver verleden steraanvaller van Anderlecht. Het maatje van de blanke Pele, Paul Van Himst, nog zo’n icoon. Op een ongeëvenaarde ironische manier relativeert hij de hele heisa. België is inderdaad een wereldploeg, maar… Die Wilmots is een tovenaar, maar…

Natuurlijk kende ik Jan Mulder al eerder van een legendarische match op Stayen ver in de jaren zestig, van zijn columns in Humo, van zijn vaak navrante voetbalcommentaren op de Nederlandse televisie. Maar bij Sporza is hij nu dé icoon-analist en nooit zag ik hem in zo’n spetterende vorm. Altijd goed voor een onverwachte opmerking, altijd in voor iets leuks, maar vooral: op zijn eigen relativerende manier altijd heel dicht bij de werkelijkheid, wars van elk opgeklopt chauvinisme. ‘Wie zou je zelf hebben willen zijn,’ vraagt Karl Vannieuwkerke aan zijn gasten ‘Messi of Ronaldo?’ Kurkdroog antwoordt Mulder: ‘Angelina Jolie!’ En bij het gelach: ‘Lekker wijf, toch?’ In Mulders perceptie over voetbal zit er nooit geneuzel over tactiek, over de gouden driehoek op het middenveld (met de punt naar achter!), over de onmogelijke keuze tussen 4-3-3 of 5-3-2. Wel pleit hij voortdurend voor spelvreugde, staat hij in extase bij een weergaloos afstandsdoelpunt, steekt hij zijn bewondering voor de zoveelste onverwachte dribbel van Neymar niet onder stoelen of banken. Voetbal is voor hem plezier, een feest. Als je sommige commentaren in de media hoort en leest zou je vergeten dat het nog bestaat.

Met de hem eigen zijnde taalvirtuositeit is Jan Mulder nu al de topscorer van het toernooi. Zolang het grote voetbalfeest nog duurt, kun je hem op Sporza dagelijks aan het werk horen en zien. Smullen!

Contact

Joost mag het weten

bob.joosten@skynet.be

Doorzoek de website

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode