Het helpt soms eens een dagje het werk van een ander te doen. Pizza’s in de oven schuiven in plaats van in een muffig kantoortje facturen uit te schrijven. In een koor zingen in plaats van een boek te lezen. Of gewoon een dagje de tuin van je bejaarde buurman opruimen in plaats van in de garage van je baas acht uur aan auto’s te sleutelen. Je krijgt er meer respect door, respect voor een aantal klussen die je voordien als vanzelfsprekend beschouwde. De slager verkoopt preparé en de bakker bakt brood, toch? Maar wie weet nog wat het écht betekent een bakkerswinkel draaiende te houden en ook de laatste klant van de dag nog even tevreden met een ‘volkoren gesneden’ naar huis te sturen? Alleen de bakker zelf. Ieder beroep heeft zo zijn eigen lasten en lusten en vaak vergeten we in alle vanzelfsprekendheid hoe moe je kunt worden van (echt) werken.
Het overkwam enkele dagen geleden ook Hilde Crevits, beroepshalve minister van onderwijs, maar toen voor een dag juf van de kleuterklas. Voor de media was deze carrièreswitch belangrijk genoeg om er ons uitvoerig van te berichten. En het was verhelderend, dat zeker. Want in plaats van zich te bezinnen over de eindtermen TSO en met de vakbonden te onderhandelen over de looptijd van een lerarencarrière voor er met pensioen gegaan mag worden, kwam blonde Hilde met de immer innemende glimlach terecht in het tweeëndertig ukkies tellende kleuterklasje van juffrouw Anne-Mie in Zoutleeuw. En meteen ook tussen de natte luiers, het grote, schreiende verdriet van de gemiste mama en de boterhammetjes die thuis toch altijd net wat lekkerder smaken dan op school. De minister draaide enthousiast een dagje mee, maar haalde zichtbaar opgelucht adem toen de schoolbel eindelijk ging. Bleek dat het merendeel van de die dag bestede klastijd geïnvesteerd was in de verzorging van kleuters die nog niet zindelijk waren. Dat gaf te denken, vond de minister, want… is zindelijkheidstraining niet de verantwoordelijkheid van de ouders? En: hoe moet het als de zorg-, slaap- en eetmomenten tijdens een kleuterse schooldag meer tijd beginnen te kosten dan de leermomenten? Zoals de minister allicht wel had verwacht, kostten deze bedenkingen haar nadien een storm van protest vanwege de ouders. En al had ze wellicht niet helemaal ongelijk, toch bleek daaruit vooral glashelder dat alledaagse onderwijssituaties vaak nog niet aangepast zijn aan de realiteit van de tweeverdienersmaatschappij.
Uiteindelijk is deze constatering ook niet helemaal nieuw. Ze was en is ook voelbaar in andere geledingen van ons onderwijssysteem. Want werden scholen in een niet al te ver verleden ook al niet geconfronteerd met het aanleren van elementaire dingen als gezonde voeding, respectvol gedrag naar anderen, verantwoord optreden in het verkeer, verzorgd spreken en denken? Zelfs het behalen van een rijbewijs werd een tijd geleden al beschouwd als een (extra) taak voor onze middelbare scholen. Iedere leerkracht, van laag tot hoog, kan dit lijstje, denk ik, zonder moeite met nog een aantal nieuwe voorbeelden aanvullen.
Het lijkt er dus inderdaad op dat ons onderwijssysteem de meid geworden is, zo niet voor alle, dan toch voor héél veel werk. En daar is niets mis mee, op voorwaarde dat alle betrokken partijen – ook de minister, ook de ouders, ook de leerkrachten – elkaar met het nodige begrip en vooral met de noodzakelijke flexibiliteit benaderen. Dan komen er geen verbolgen reacties meer na een optreden van de minister als assistent juf in de kleuterklas. Dan groeit er meer respect voor de zorg en het werk dat juf Anne-Mie dagelijks ten tonele moet voeren. En dan zorgt de minister ook wel voor zo klein mogelijke klasjes, als dat kan… Pas dan worden al onze schoolkinderen er beter van… en dat is toch de eerste bedoeling van alle onderwijs.