Maestro

14-12-2014 16:03

Dat muziek de zeden verzacht, zal - gezien de clichématigheid van de uitdrukking - wel waar zijn. Daarom hebben we wellicht op alle momenten van de dag muziek om ons heen: de autoradio in de file, de ringtone van onze smartphones, de stereotoren thuis, de iPod met de oortjes die ik zelfs bij wandelingen in de natuur letterlijk tegen het lijf loop. Dat er de voorbije decennia zoveel verschillende muziekstijlen zijn bijgekomen als er jaren voorkomen in zo’n decennium, is ook al een opendeur. Ik wil ze hier niet allemaal opsommen, maar mijn (klein)kinderen kennen ze allemaal. Sommige stijlen luisteren – sinds jaar en dag - naar poëtische namen als bubblegum, shoegaze, college rock, rapcore en cowpunk. Of gewoonweg: noise! Zouden we dan toch angst hebben voor de stilte en ons daarom met muziek omhullen?

Vroeger – in de tijd dat de dieren nog spraken, tevens de tijd dat ik mijn puberjaren doorworstelde – was de situatie alleszins veel overzichtelijker. Je had klassiek. En je had rock en pop. Ofschoon wij allemaal dweepten met ofwel de Beatles of de Stones, waren rock en pop gewoonweg lawaai. En klassiek was kunst. Tenminste, dat vond mijn moeder. Ik was dus al vlug gewoon klandestien naar mijn (met vakantiewerk betaald) transistortje te luisteren op mijn kamer. Veronica en Radio Luxemburg (zeg: reedjoo luksemburk) waar de verboden vruchten rijkelijk te beluisteren waren, betekenden voor mij de ontsnapping aan het zondagnamiddagse opera-en-belcanto-programma waar mijn ouders dan naar luisterden. En waarbij ze prompt in slaap vielen. Veel kunst vond ik daar toen niet aan en – ¡qué horror! – op school kregen we van een fanatiek estheticaleraar een introductie in de wondere wereld van Bach, Beethoven en Mozart. Toen wílden we er wellicht niets van begrijpen, maar sinds mijn vijfentwintigste ben ik die man eeuwig en drie dagen dankbaar voor zijn introductielessen. Rond die leeftijd kochten we immers onze eerste stereoketen. Voor een fortuin, tenminste als je de prijzen van toen vergelijkt met die van nu. Daar hoorde toen obligaat een platenspeler bij en die zorgde ervoor dat Bach, Beethoven en Mozart uiteindelijk ook in onze platencollectie terechtkwamen. Ze kregen al snel het gezelschap van Vivaldi en Stravinsky, Rachmaninoff, Orff en Tsjaikovski. En nog vele anderen. Waarmee ik maar bedoel dat het uitgestrooide zaad niet op de rotsen was terechtgekomen en er ergens in mijn ego een klassiek mosterdboompje was gaan groeien.

Die platenspeler van toen heb ik een maand geleden ten grave gedragen. Hij was op. Uitgeleefd. Snaaraandrijving stuk. Motor niet meer te herstellen. Een heel kort moment heb ik eraan getwijfeld of ik nog wel een vervanger zou zoeken. Het had iets van een overleden huishond. Je hecht je aan zo’n beest en na het onvermijdelijke koop je toch ook niet onmiddellijk een nieuwe? Een beetje stuurloos probeerde ik de ontstane leegte op te vullen. Met de cd's die het muzikale arsenaal in ons huis waren komen aanvullen, maar in klassieke cd's had ik maar mondjesmaat geïnvesteerd. En ook met tv-kijken...

Zo zapte ik die donderdagavond ongewild en onbewust naar NPO1 en kwam daar terecht in het Nederlandse tv-programma Maestro. Een groot symfonieorkest en een prachtig klassiek werkstuk dat door een vreemde dirigent vakkundig de keel werd dichtgeknepen. Het bleek te gaan om een wedstrijd in dirigeren voor bekende Nederlanders die daar nog nooit iets mee hadden gedaan: twee tv-presentatoren, een actrice, een lingerieontwerpster, een popidool, een bekend strafpleiter, de Nederlandse tegenhanger van onze Jef Vermassen zeg maar... Van ieder van hen werd verwacht dat zij een stukje klassiek van zo'n vijf minuten zouden dirigeren en op het einde het programma zou er dan iemand uit de competitie tuimelen. De jury bestond uit drie gerenommeerde musici: een beroepsdirigent, een topvioliste en een Britse contrabasspeler. De would-be-dirigenten werden gecoacht door twee professionele dirigenten die er uiteraard voor door het vuur wilden gaan om hun pupil naar de volgende ronde te loodsen. Voor de kandidaten zelf was het optreden als dirigent een behoorlijk risico, want al snel bleek dat je een vioolsoliste, zelfs een volledig symfonieorkest ook kunt vermoorden. Gefascineerd heb ik het programma uitgekeken. En de twee volgende afleveringen ook. Het beeld van mijn bevlogen estheticaleraar kwam me weer voor de geest: wat een schitterende introductie van de klassieke muziek zou hij dit gevonden hebben! Helemaal perfect ook voor jonge kijkers van nu. Wat een plezier voor de liefhebber van klassiek-zonder-franje... Wat een educatieve waarde ook! Nu mag je van de Nederlanders denken wat je wilt, maar hierin zijn ze echt niet te kloppen. Vlot gepresenteerd, mooie keuze van de uit te voeren stukken, leuke weetjes over het hoe en waarom van het dirigentschap... Ik realiseer me dat het op onze nationale en regionale zenders met een vergrootglas zoeken is naar een soortgelijk educatief verantwoord programma over klassieke muziek. Hebben we echt niet. En ik besef tot mijn schaamte dat ikzelf op dat vlak wel wat tekortgeschoten ben in de opvoeding van mijn kinderen. En kleinkinderen.

En daar ga ik nu eens wat aan doen, zie. Die nieuwe platenspeler komt er. En die platen van me worden één voor één afgestoft. Zeker weten!

Contact

Joost mag het weten

bob.joosten@skynet.be

Doorzoek de website

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode