Drie oorlogen

15-02-2014 12:18

 

Sinds een paar weken zendt VRT-Eén in het kader van de herdenking van de Eerste Wereldoorlog de (weer eens prestigieus genoemde) fictiereeks ‘In Vlaamse velden’ uit. De serie vertelt het verhaal van de aristocratische doktersfamilie Boesman in Gent tijdens de oorlogsjaren begin vorige eeuw. Na drie afleveringen is het hachelijke lot van deze familie al voorspelbaar: de twee zonen vertoeven in het Belgisch leger en zullen er wellicht het leven bij inschieten, de dochter wil en zal verpleegster worden, de vader zal waarschijnlijk ook bereiken wat hij wil: met Duitse steun professor worden aan de Gentse universiteit. En de moeder… Tja, de moeder... Zij is het enige personage (prima neergezet door Barbara Sarafian) dat nog nieuwsgierigheid wekt en dat je toch elke zondagavond weer naar je televisiezitje drijft. Niets echt wereldschokkends dus. In de derde aflevering konden we bovendien meemaken hoe je met zes soldaten een hele veldslag inblikt, maar toastte vrouw Boesman ook op ‘de Duitsers en hun land’, waarbij ze hoopte dat beide vlug weer verenigd zouden worden. ‘In Vlaamse velden’ lijkt me weer eens een stuk oorlogsgeschiedenis-met-leuke-plaatjes (want de beeldvoering en de acteerprestaties zijn echt wel mooi).

De intrige van de reeks deed me echter terugdenken aan een roman die ik enkele weken geleden las: ‘Oorlog en terpentijn’ van Stefan Hertmans. Het is wellicht het meest intrigerende en inspirerende boek dat de voorbije maanden over de Eerste Wereldoorlog gepubliceerd werd. En er is heel wat concurrentie. Stap de boekenwinkel binnen en bekijk het torenhoge aanbod!

In zijn roman gaat Hertmans op zoek naar zijn grootvader, die hij zich uit zijn kindertijd slechts vaag herinnert. Het wordt onmiddellijk een intrigerende zoektocht die vertrekt van het feit dat de auteur in de tachtiger jaren twee schriftjes van zijn grootvader erfde, die tot onlangs in de vergetelheid beland waren, maar toen (toeval of niet?) weer aan de oppervlakte verschenen. In die schriftjes beschrijft zijn grootvader zijn jeugd die zich afspeelt in de beginjaren van de twintigste eeuw in een erg arme Gentse familie. ‘Oorlog en terpentijn’ wordt al vlug het dramatische verhaal van een kleine held die graag kunstschilder zou zijn geworden. Daarmee wordt ook de titel verklaard. Het woord ‘oorlog’ verwijst uiteraard naar de dramatische oorlogsgebeurtenissen. Met ‘terpentijn’ refereert hij naar de droom van zijn hoofdpersonage Urbain Martien, die schilder wil worden zoals zijn vader, een degelijk, eenvoudig, maar ook ziek en arm schilder, die enige reputatie verwierf als restaurateur van vervallen fresco’s in de Gentse kerken en kloosters. Met zijn familie vecht de kleine Urbain eerst een oorlog uit tegen de armoede, een oorlog die hij echter niet kan winnen, mede door het vroegtijdige overlijden van zijn vader.

Tot overmaat van ramp wordt het hoofdpersonage dan opgeroepen als frontsoldaat. Het tweede deel van het boek behandelt dan ook zijn wedervaren tijdens de oorlogsjaren aan de IJzer, een tijd vol wreedheid en ontbering die niet enkel te wijten zijn aan de Duitse troepen, maar evenzeer aan het franskiljonse onbegrip van zijn officieren.

In een derde deel krijgt het boek een extra dimensie door de tragische liefdesgeschiedenis waarin Urbain Martien verwikkeld geraakt. Wanneer hij na de oorlog eindelijk de kans krijgt een gelukkig leven op te bouwen met zijn geliefde Maria Emilia, steekt het noodlot weer een stok in de wielen. Maria Emilia overlijdt aan tyfus en Urbain trouwt – vooral uit plichtsbesef – met haar jongere zus Gabrielle, een vrouw die echter niet van hem houdt. Zo komt hij in een nieuwe – ditmaal emotionele – oorlog terecht.

Het meest indrukwekkende deel in dit boek zijn niet de hoofdstukken die handelen over de wreedheden van de oorlog. Dat is immers wat ieder lezer verwacht: een aanklacht tegen de oorlog, een thema dat je in alle andere boeken over deze periode kunt terugvinden. Niks speciaals. Indrukwekkend in deze roman is wél de constante oorlog die zich afspeelt in het hart van het hoofdpersonage, een strijd die hij met dezelfde mentaliteit voert als die tijdens zijn tijd als frontsoldaat: gewoon doen wat je denkt te moeten doen, vaak tegen beter weten in. Niet ophouden met vechten tegen de armoede, nooit je kameraden-soldaten in de steek laten, nooit je vrouw ontrouw worden, ook als zegt ze hem na de geboorte van hun – enige – dochter dat het ‘nu maar eens voorbij moet zijn met die vuile manieren ’s nachts’.

De herinneringen aan die ene ware, maar gemiste liefde in zijn leven houden Urbain op de been en zorgen ervoor dat hij op hoge ouderdom toch een emotionele wapenstilstand bereikt. Daarvoor gebruikt Hertmans een magistrale metafoor: op het einde van zijn leven schildert zijn grootvader, inmiddels ook een verdienstelijk amateurschilder, een kopie van ‘Venus voor de spiegel’ van Diego Velázques. (Opzoeken, dat schilderij!) Ditmaal met de weerkaatsing van het gelaat van ‘zijn’ Maria Emilia in de spiegel.

In ‘Oorlog en terpentijn’ worden inderdaad drie oorlogen uitgevochten. Ik onthoud vooral de laatste. 

Contact

Joost mag het weten

bob.joosten@skynet.be

Doorzoek de website

© 2013 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode