Eind september kregen mijn vrouw en ik een collectieve opstoot van milieubewustzijn. Ons abonnement op De Standaard verviel in die dagen en we dachten – met de nodige elektronica in huis – dat we minstens een poging moesten wagen een bos dennenbomen te redden. Daarom besloten we ons abonnement niet braafjes en stilzwijgend te verlengen zoals we dat al zolang hadden gedaan, maar bij wijze van experiment eens over te schakelen naar de digitale krant. Voor drie maanden. Konden we nadien nog zien wat we deden. De experimenteerfase is inmiddels bijna voorbij en nee, het werd geen succes. Mocht iemand ons voorbeeld willen volgen, huiver bij dit verhaal-tot-stichting-en-vermaak.
Eerst gaven we onze digitale wens door aan de webloketdienst van de krant en betaalden we ons nieuwe abonnementsgeld. So far, so good en klaar. Maar er gebeurde niets: de hele maand oktober kregen we trouw elke ochtend de papieren versie in de bus. Nou. Beschouwden we als een cadeau, toch? Ruim een maand en enkele (verontruste) e-mails duurde het voor de Standaardmensen doorhadden wat we precies wilden. Vreemd dat een administratieve aanpassing in deze digitale supersnelle tijden zolang moet duren. Maar: als je op datzelfde webloket de wirwar aan abonnementformules met en zonder domiciliëring, met en zonder kortingen voor studenten en nieuwe abonnees te zien krijgt, begrijp je al vlug dat een kat er haar spreekwoordelijke jongen niet meer in terugvindt. Laten we het dus maar niet meer hebben over de prijs, die ruw geschat, op de helft landt van een papieren abonnement.
Bij een digitaal abonnement – zo bleek – krijg je de mogelijkheid je dagelijks krantje te lezen op pc, op tablet en op smartphone. Omdat we inmiddels over elk van die apparaten beschikken, leek ons dat ruim voldoende. Aan de slag dus als digitale krantenlezers, nieuwe horizonten tegemoet en met de geruststelling dat onze hang naar informatie geen extra bomen meer zou kosten. Maar dat werd een afknapper. We moesten eerst een belangrijke praktische afspraak maken: hoe doen we dat ’s morgens? Wie leest op de tablet? Wie op de pc? De smartphone hadden we immers al eerder gereserveerd voor de wachtkamer van de tandarts wegens het te kleine schermpje. Snel verdween de ontbijtgezelligheid van voorheen, want de papieren versie deelden we lekker op in de bestaande katerntjes – algemeen nieuws, cultuur, economie, bijlagen – die we in willekeurige volgorde tot ons namen. ‘Jij eerst de cultuurpagina’s, schat?’ In plaats daarvan sloop ik die eerste digitale dag nog een beetje slaperig wegens veel te vroeg naar mijn bureau, startte de pc op en surfte naar de website van de krant. No problema. De krant van vandaag. Ook geen probleem, alleen: ik moest een andere browser installeren, want de Standaard verdraagt geen Safari. Dus Chrome van het net geplukt en na een half uurtje lukte het eindelijk. De krant zoals hij op papier verschijnt, maar met een ergerlijk digitaal ezelsoortje waarmee je naar een volgende pagina kunt. Maar verder totaal onleesbaar: het lettertype is te klein, mede dankzij het krap bemeten leesvenster op de website van de krant. Alleen de koppen en de foto’s komen klaar en duidelijk over. Wil je een artikel lezen, wordt van je verwacht dat je erop dubbelklikt en dan opent zich een nieuw schermpje waarin je de tekst wit op zwart (in Wordformaat?) te zien krijgt, zonder opmaak, zonder franje, vaak met fouten. Een desillusie, vooral wanneer blijkt dat je na je lectuur helemaal terug naar boven moet scrollen om op het rode kruisje te klikken. Als je dat niet doet, beland je weer op de eerste pagina en begint het navigatieavontuur van voor af aan. Nee, die pc-versie voldeed nog niet aan de eisen.
Dus wachtte ik de volgende dag braafjes mijn beurt af om na mijn vrouw de tabletversie te lezen. Die opent zoals je het mag verwachten met de vraag of je de ‘papieren versie’ (nou?) of de ‘digitale versie’ wilt zien. De papieren versie dus maar, want bij de digitale versie krijg je wellicht weer dat veredelde Wordformaat op je bord. Opvallend is nu het duidelijke en heldere beeld, de prachtige kwaliteit van de foto’s. Maar lezen blijft een probleem. Met de nodige swipebewegingen slaag ik er toch in door te dringen tot de kern van het artikel. Alleen, ik voel me zoals een verdwaalde goudzoeker in de woestijn, zonder kompas en stervend van de dorst. Op geen enkel moment weet ik nog op welke pagina ik zit, waar ik in het artikel aanbeland ben. Zelfs koppen lezen en foto’s kijken wordt moeilijk, omdat De Standaard die vaak over twee pagina’s uitsmeert. Ik word er duizelig van. En krijg ontzettend veel heimwee naar de on-ecologische papieren versie, die er wellicht na jarenlang gebruik de oorzaak van is dat ik dit digitaal knutselwerk maar niet onder de knie krijg.
Oh ja. Eind deze maand vervalt onze digitale avonturentocht en om ons antiek papieren krantje weer tijdig aan huis bezorgd te krijgen, probeerden we nu al ons vroegere abonnement te verlengen. We surften dus naar Standaards webloket. Waar we lezen dat ons abonnement al op 3 december verviel. En bovendien niet betaald werd. We vragen ons af hoe lang het gaat duren om ook dit weer op te lossen. Efficiëntie in tijden van digitalisering. Een mythe.