Mijn kleinzoon zit in het eerste leerjaar. Hij leert er lezen en schrijven en dat loopt van een leien dakje. Onvoorstelbaar dat juffrouw Nancy er jaar na jaar in slaagt nog voor Kerstmis - op enkele maanden tijd dus - ukkies zover te krijgen dat ze zonder al te veel moeite het etiket op een pak melk, een zak brood en een fles yoghurt (een héél moeilijk woord!) kunnen uitspellen. Dat ze op die korte tijd hun eigen naam kunnen schrijven, plus woorden als poes, trui, bank, zeep, vuur en maan. En nog veel meer. Mijn kleinzoon had echter met gemengde gevoelens tegen zijn start in de ‘echte’ school zitten aanhikken. Vorig jaar, toen zijn moeke zich na een voorleessessie langs haar neus weg liet ontvallen dat het toch wel leuk zou zijn als hij – volgend jaar – zoals zijn zus ook zelf een boekje ging kunnen lezen, verklaarde hij nog stoer: ‘Maar moeke, boekjes lezen… dat is toch iets voor meisjes!’. Zelf zag hij zijn nog zo jonge leven op termijn eerder afspelen in de voetbalkringen waarin ook zijn idolen Eden Hazard, Thibaut Courtois en Kevin Debruyne actief zijn. Maar nu hij de eerste stapjes op het pad der geletterdheid heeft gezet, is hij mega-enthousiast en is geen enkele lettercombinatie die hij plots maar voortdurend in de wereld rondom hem herkent nog veilig voor zijn hoogstpersoonlijke interpretatie. Soms duurt het nog even voor zo’n woord ook een uitgesproken, fonetische variant krijgt, maar uiteindelijk lukt het hem telkens opnieuw. Fier dus.
Vorige week leverde zijn pas onder de knie gekregen vaardigheid hem bovendien een niet geringe winst aan prestige op. Zoals iedere kerstavond was het pakjesavond thuis. Wekenlang had hij al zijn ogen uitgekeken op de stapel cadeautjes die langzaam aangroeide onder de kerstboom en die in hun glitterverpakking lagen te wachten op een nieuwe eigenaar. En luidop had hij al gedroomd dat het grote pak in wit glanzend papier met de brede rode strik errond zijn kant zou opkomen. Mijn vrouw, die jaarlijks de verantwoordelijkheid op zich neemt dat de juiste pakjes ook bij de juiste personen terechtkomen, had een klein stickertje op ieder pakje geplakt met daarop de namen van de schenker en van de begunstigde, en toen hij dat op kerstavond in de gaten kreeg, was het hek van de dam… ‘Mag ik de pakjes uitdelen, moeke?’ vroeg hij. Natuurlijk mocht hij dat. Hij nam het eerste pakje vanonder de kerstboomlichtjes en verklaarde met vaste stem, een beetje zoals Mister Carson, de butler in Downtown Abbey: ‘Van… m-oe-k-e en v-aa-k-e, Moeke en Vake, voor… f-r-a-n-k, Frank’. Het leverde hem zoveel bijval op rond de feesttafel, dat hij de niet geringe taak op zich nam ook alle andere pakjes bij de juiste gasten aan tafel te bezorgen. Het kostte hem soms wat moeite, maar het lukte wonderwel. En telkens wachtte hij tot de betrokken begunstigde het cadeautje had uitgepakt, becommentarieerd en de schenker bedankt, voor hij aan een nieuwe aankondiging begon. Naast hem stapelde de nu onbruikbaar geworden cadeauverpakking zich op. Mijn kleinzoon als ceremoniemeester, bedacht ik. Dat hadden we nog niet gehad. Toen het grote witte pak inderdaad voor hem bleek te zijn en een grote glanzende voetbal, mét logo van FC Barcelona, verborgen had gehouden, kon zijn avond niet meer stuk.
Toen even na twaalven alle gasten weer naar huis toe waren, restte ons nog de traditionele grote opruim. Dat doe je met plezier en veel dankbaarheid als alles weer goed verlopen is en iedereen in opperbeste stemming weer naar zijn eigen woonstee is getogen. Dus: alle gebruikte glazen nog even afwassen, de etensrestjes in de vuilnisbak, alle borden in de vaatwasser en ook die berg geschenkpapier maar even wegbrengen. Toen gebeurde het… Op de kast bleef nog één briefje achter. Met het potlood dat hij me eerder die avond was komen vragen en waarbij ik vermoed had dat het diende om een tekening te maken, had mijn kleinzoon er aan de voorkant op geschreven: ‘voor moeke en vake’. Hoofdletters waren blijkbaar nog niet aan de orde van de dag geweest in het schooltje, bedacht ik even. Op de achterkant stond dit: ‘ik vint heel leuk en heelveel dangk met de kadootjes totsiens’. Daaronder zijn naam. ‘Laten we nu nog maar even gaan zitten en een laatste glaasje drinken,’ zei ik tegen mijn vrouw. In de kerstboom flikkerden de lichtjes. Merry Christmas, inderdaad.