Die avond in het leuke bistrootje in de grote stad. Aan het tafeltje naast ons. Een oude, blijkbaar welgestelde dame. Alleen. Ik vermoed dat ze minstens tachtig jaar oud is. Ze heeft het voorbije uurtje met de erg precieuze gebaartjes van toen haar gerechtje verorberd. Ze wacht nu al even op de kelner, een jongeman van rond de dertig. Ze kijkt wat onrustig om zich heen, schenkt ons terloops haar nog altijd innemende glimlach. De ober komt even later luidruchtig dichterbij om haar tafeltje af te ruimen. ‘Hebben we ons bordje helemaal leeggegeten? Mooi zo,’ zegt hij. ‘Wilt u nog iets gebruiken? Een koffietje misschien?’ De dame schudt het hoofd. Nee, dan kan ze die avond de slaap niet meer vinden. ‘Maar ik wil nog wel een glas wijn. Van die witte, zoals straks. Die is echt wel lekker,’ vindt ze. ‘Zou u dat nu wel doen?’ vraagt de ober. ‘U hebt al drie glazen op. En anders moet ik een nieuwe fles opendoen… En zoveel klanten verwachten we niet meer.’ De laatste zinnen heeft hij met enige nadruk, bijna let-ter-greep voor let-ter-greep uitgesproken. De bejaarde dame lijkt eerst enigszins uit haar lood geslagen, bestudeert dan van dichtbij met een vermoeid gebaar haar het te kleine horloge rond haar pols . ‘Het is nog maar halfnegen,’ zegt ze. En één glaasje wijn mag er nog wel bij. ‘U mag me desnoods de hele fles geven…’ De ober kijkt haar verbluft aan. ‘Zou ik toch niet beter een taxi bellen om u terug naar het rusthuis te brengen, mevrouwtje?’.
Ik behoor ondertussen zelf tot de generatie mensen die in een niet eens zo ver verleden heeft leren schrijven met een griffel op een lei. Later met een krassende kroontjespen in een schrift met stug, niet gerecycleerd papier. Nog later schreef ik met de oude Parkervulpen van mijn vader teksten op grijs kladpapier en tikte die later uit op een oude Olivetti. Die vind je nu alleen nog in een museum. Nu zit ik aan mijn computer en schrijf deze column op een hypergesofisticeerde tekstverwerker… Voor elk stadium in mijn ontwikkeling had ik – vaak harde – leermeesters die ik voor immer in mijn hart draag. Zij maakten me immers tot wie ik ben… Eén van die vroegere leermeesters hield me ooit voor dat er in dit leven niks perfect is. ‘Behalve de natuur. De natuur is wél perfect’. Ook die levensles heb ik lange tijd geloofd en ter harte genomen. Alleen: het is dan toch wel een heel wrede grap van de natuur bejaarde mensen er langzaamaan te laten uitzien als kleuters. Die betutteld moeten worden.
Ik stel me dus dezelfde dame voor, de volgende ochtend aan het ontbijt. Twee sneetjes wit met kaas, zoals elke dag al de afgelopen tien jaar. En een kop slappe koffie. Ze draagt de bloemetjesjurk die de bejaardenverzorgster voor die dag heeft uitgekozen. Ook dat is een vast ochtendritueel: om zeven uur is ze er al iedere morgen. ‘Dag Irmaatje,’toetert ze dan. ‘ Hebben we goed geslapen? Dan gaan we ons nu even wassen in de badkamer.’ En terwijl ze de kleerkast openschuift: ‘Zullen we vandaag nog eens deze leuke bloemetjesjurk aandoen?’ Zonder enthousiasme eet ze haar boterhammetjes en drinkt ze haar koffie. Het is inmiddels halfnegen. Nog een half uurtje voor het konijnen breien begint. Een ideetje van die nieuwe bezigheidstherapeute. Leuk? Nou nee. Ze wenste wel dat haar kleinkinderen ook eens in de voormiddag op bezoek kwamen, maar dat kan natuurlijk niet. Die moeten altijd maar werken. En zij. Zij moet enkel maarbezig gehouden worden en dat is best afstompend. Ook in de namiddagen en avonden gaat dat zo: eerst de verplichte siësta, dan de bewegingstherapeute... ‘Gaan we de beentjes nog eens uitslaan? Wacht dan zet ik eerst even een leuk muziekje op.’ Steevast is dat: ‘Ik hou van dansen en muziek,’ juist ja. Eviva España. En na het avondeten is er enkel nog de televisie. Alleen gisteravond was het even anders. Uitgebroken. Haar huwelijksverjaardag gevierd in Het Bistrootje met een lekker vispannetje. En vier glazen wijn! Er speelt een glimlach rond haar lippen. Had je die ober moeten zien! En Leo was de hele avond bij haar, dat weet ze zeker. Net als vroeger, toen hij nog leefde en ze op hun huwelijksverjaardag elk jaar een nieuw restaurantje uitkozen. En ’s avonds per taxi terugreden naar huis omdat ze een glaasje teveel ophadden.