Sinds kort is de tijd stilgevallen in ons huis. De paardjesklok die we onszelf bij ons huwelijk cadeau gaven en die sindsdien met onvermoeibare trouw dagelijks de uren ook hoorbaar aan elkaar reeg, deed het plots niet meer. Toevallig of niet gaf ze er de brui aan op de tweede dag van de tweede maand om tien voor twee ‘s nachts. Het is blijkbaar een dame-van-stand, die klok van ons. Net als haar veel jongere soortgenoten, die ik wel eens geadverteerd zie in sommige trendy magazines (die ik overigens alleen in de wachtzaal van de tandarts tot mij neem), had ze haar wijzers nog net voor ze stilviel op bevallige wijze uitgespreid. U hebt wellicht ook al eens eerder opgemerkt dat uurwerken in die publicaties altijd elegant tien na tien of tien voor twee aanwijzen? Tag Heuer, tijdloze klasse!
Sindsdien hebben we onze klok dagelijks gemist en dus gingen we naarstig op zoek naar een hersteller. Iemand die nog voldoende metier in zijn uurwerkherstellersvingers heeft. Vroeger hadden we daar een heuse klokkendokter voor, want onze klok had zo’n vijftien jaar geleden al eens aangegeven dat het tijd werd voor een onderhoudsbeurt. Louter toevallig waren we toen bij hem terechtgekomen: een al wat bejaarde man uit een naburig dorp die onze klok met veel liefde zelf kwam ophalen, ze een echte wellnessbeurt gaf en ze nadien zelf weer kwam ophangen. Met als extraatje een korte handgeschreven beschrijving die ons o.a. leerde dat ons exemplaar gemaakt werd in het Duitsland van rond 1900. Ondertekend: de klokkendokter! Geen naam. Geen adres. Dat briefje zorgde ervoor dat we onze paardjesklok nog met meer respect gingen bekijken en behandelen. Niet enkel was ze een stuk ouder dan wijzelf. Bovendien had ze twee wereldbranden meegemaakt en overleefd. Maar die man, zelf ook de eigenaar van een eminente collectie pendules, hang- en staanklokken en uurwerken uit alle periodes van de tijdsgeschiedenis, bleek ondertussen op het adres van toen verdwenen. Verhuisd of misschien overleden… Wie weet.
Dus zochten we ons heil in hét naspeurmedium bij uitstek van deze tijd: het wereldwijde web. Braafjes ingetikt: ‘klokkenhersteller + Limburg’. Return. Resultaat was een lijstje met 79 adressen overal te lande van mensen die van zichzelf vonden dat zij in deze rubriek een plaatsje verdienden. Er waren echter welgeteld twee Limburgers bij. De eerste van hen herstelde alleen polsuurwerken, ‘geen grote modellen’. En tijdens het telefoontje met de tweede trad er al vlug een kortsluiting op. Of onze klok een kwartsgestuurd mechanisme had? Toen ik antwoordde dat onze paardjesklok in de familie van de slingeruurwerken thuishoorde, werd het heel lang heel stil aan de andere kant van de lijn. ‘Hallo? Bent u er nog?’ ‘Ja hoor, maar een paardjesklok? Slingeruurwerk?’ klonk het een beetje vertwijfeld. ‘Nee, mijnheer, daar weet ik niet veel over…, maar kun je me die klok eens doormailen?’ Ik begreep dat hij wellicht foto’s van onze klok bedoelde, en toen ik hem – toegegeven, een beetje lacherig – vroeg welke ter zake doende details hij dan te zien wilde krijgen, maakte hij zelf vlug een einde aan het gesprek. ‘Nee, laat maar, mijnheer. We gaan dat niet kunnen oplossen.’ Blijkbaar word je in de uurwerkenwereld als hersteller al vlug zelf een anachronisme.
We zaten thuis nog enkele dagen na te hikken van dat ‘mail die klok eens door’, toen we deze anekdote ook aan een vriend vertelden. Enne… – de voorzienigheid bestaat écht – die wist ons prompt te melden dat onze klokkendokter zich in een flatje in het dorpscentrum had teruggetrokken. Gepensioneerd. Zijn collectie had hij geschonken aan het gemeentebestuur dat er sindsdien een permanente tentoonstelling in het gemeentehuis mee had uitgebouwd.
‘Met Willy,’ zei hij, toen we hem een dag later aan de lijn kregen. En ja, hij deed dat nog, want oudere klokken waren zijn passie, dat wisten we nog wel zeker? Toen we vroegen wanneer we onze old lady mochten binnenbrengen, zei hij: ‘Ik kom ze wel ophalen, want zo’n klok vervoeren is op zich al een risico…’ Dát hadden we moeten weten! Heerlijke man!